Het is een duo dat onlosmakelijk met elkaar verbonden is: de pan en de pannenlap. Klinkt wat oubollig, maar beide zijn ook in de moderne keuken onmisbaar.
Pannen. Er is een boek over te schrijven, en sinds veel mensen overstappen van gas op inductiekoken is er altijd die vraag of de pan daarvoor geschikt is.
Pannen die geschikt zijn voor inductiekoken hebben een dikke geleidende bodem, zo vlak mogelijk. Als er op de pan een inductietekentje staat, het tekentje met de spiraal, is deze geschikt.
Soms zijn ook de ‘oude’ pannen bruikbaar, pannen die eerder op een gasfornuis zijn gebruikt. Dat is gemakkelijk te testen door een magneet tegen de bodem aan te houden. Blijft de magneet plakken dan is de pan prima te gebruiken op de inductiekookplaat. Mits de bodem nog goed vlak is. Anders is het zonde van de warmte en geleidt de bodem minder goed.
Ook is het belangrijk even te checken of de bodem niet alleen vlak is, maar ook onbeschadigd. Krassen en andere oneffenheden kunnen de inductiekookplaat beschadigen. Je schuift de pan even heen en weer en het gaat al mis. Zonde als je zuinig bent op de kookplaat, en deze buiten het koken om ook nog eens beschermt met een inductiebeschermer. Met één beweging van de pan zou je dat tenietdoen.
Het materiaal van de pannen voor inductiekoken is vaak voorzien van een element van ijzer, gietijzer of staal in de bodem. Soms zit er ook koper of aluminium in verwerkt. Een juiste dikte van een bodem is in ieder geval zo’n 2,25 millimeter. Is de bodem dan mooi vlak, dan wordt de warmte goed gelijk verdeeld.
Pannenlappen oubollig? Allerminst
Dan even of dat accessoire dat onlosmakelijk met de pan verbonden is: de pannenlap. Gehaakt of gebreid. Van badstof of katoen. You name it of er wordt een pannenlap van gemaakt. Pannenlap, het klinkt enorm ouderwets, maar je zou het net zo goed hip kunnen noemen.
Breien of haken zijn tenslotte weer helemaal van nu en wie breien kan, kan een pannenlap maken. En wie liever de haaknaald ter hand neemt, maakt er ook zo maar eentje. Of liever gezegd: twee. Ze zijn natuurlijk ook kant en klaar te koop. Pannenlappen zijn een onmisbaar accessoire in de keuken, en worden tegelijkertijd behoorlijk onderschat.
Jaren geleden hingen die vierkante pannenlappen prominent naast een fornuis. Tegenwoordig lijken ze een beetje te worden verstopt, maar ze moeten toch echt voor het grijpen zijn. Het is namelijk belangrijk om de oren van een pan met deze dikke lappen vast te pakken omdat die oren of handvaten soms behoorlijk heet kunnen worden. Er bestaan ook pannen waarvan de oren minder snel heet worden. Koudgrepen worden deze handvaten genoemd.
Of deze grepen heet worden of vrijwel koud blijven hangt uiteraard af van het materiaal waar de grepen van zijn gemaakt. Elk materiaal heeft zijn voor- en nadelen.
-Houten of kunststof handvaten
De oren of handvaten van pannen die bijvoorbeeld van hout of van kunststof zijn gemaakt, zijn vaak niet bestand tegen de hitte en kunnen bovendien door de warmte van een fornuis beschadigen. Wie op gas kookt kent vast wel de ongelukjes met kunststof handvaten die door de vlammen die buiten de pan raken bijna smelten.
Gelukkig is dat met inductiekoken een stuk veiliger. Daarbij wordt alleen de bodem verwarmd en is er geen open vuur. Pannen die geschikt zijn voor inductiekoken hebben zo’n dikke geleidende bodem dat ze heel gericht verwarmd worden. De handvaten blijven zo lang mogelijk koel. Dat neemt niet weg dat je maar beter de pan met pannenlappen aan de grepen op kan tillen. Gewoon voor de zekerheid.
Metalen handvaten
Metalen handgrepen van bijvoorbeeld staal, aluminium, gietijzer of ijzer kunnen niet smelten door vuur, maar kunnen daarentegen flink opwarmen. Het zijn stevige handvaten maar pak ze nooit zonder pannenlap vast.
